Het belang van luchtlekdetectie
Indien er uit een luchtdichtheidsmeting blijkt dat dat er sprake is van luchtlek kan luchtlekdetectie worden ingezet. Middels luchtlekdetectie sporen we plaatsen op waar luchtverlies optreedt. De meting kan ook in bewoonde staat worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als mensen luchtstroming (wordt door bewoners als tocht omschreven) in hun woning ervaren afkomstig van gevelonderdelen.
Rookproef of infraroodopname
WTT traceert luchtlekken door middel van rookproeven. Bij de rookproef wordt gebruik gemaakt van de fogger, een vernevelaar die de stof glycol verspreidt. Omdat glycol onmiddellijk condenseert, ontstaat er een zichtbare mist die door alle ruimtes van de woning geblazen wordt. Goed om te weten: het uitvoeren van de luchtdichtheidsmeting kan niet onder alle weersomstandigheden. Bij harde wind worden de metingen onzuiver, daarom stellen we de proef in zo’n situatie bij voorkeur uit. Een andere optie is de infraroodopname. Voor het maken van infraroodopnames is het van belang dat er een verschil van minimaal 15°C tussen de binnen- en buitentemperatuur is. Daarom is een infraroodopname het meest effectief van november t/m februari. Met luchtlekdetectie worden onder meer mogelijke luchtlekken in de vloer, bij afdichtingen van ventilatieroosters of nabij elektra opgespoord.
Luchtlekdetectie wordt in het algemeen uitgevoerd in combinatie met een luchtdichtheidsmeting.