Nu de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb) vanaf 1 januari 2024 geldt, kom je als bouwer voor nieuwe uitdagingen te staan. Dat geldt zeker bij projecten bij een combinatie van de gevolgklassen GK1 en GK2.
In dit artikel geven we je een overzicht van de nu geldende richtlijnen én we helpen je met een aantal praktische tips als je met zulke projecten te maken krijgt.
Laten we beginnen met het uitleggen welke gebouwen onder de verschillende gevolgklassen vallen. Bij GK1 moet je denken aan bouwwerken met beperkte risico’s om te falen, zoals grondgebonden woningen en kleine bedrijfspanden. Voor deze gebouwen is een bouwmelding verplicht.
Complexere gebouwen en gebouwen waar meer risico’s aan kleven vallen onder GK2 of hoger en vereisen een vergunning. Appartementen en grotere commerciële gebouwen zijn daar goede voorbeelden van.
Het kan natuurlijk voorkomen dat je aan een project werkt met verschillende typen gebouwen. Op basis van jurisprudentie geldt bij een gecombineerd project de hoogste gevolgklasse, maar dan alleen als het bouwwerk bouwkundig gezien één geheel vormt. Gaat het om twee of meer afzonderlijke gebouwen, dan geldt logischerwijs voor ieder bouwwerk de eigen regels.
Een voorbeeld duidelijk te maken waarom een verschil :
Het blijft essentieel om de nieuwste richtlijnen van de Wkb te volgen. Daarom moet je ook de bouwkundige onderscheidingen tussen de verschillende gevolgklassen respecteren en hanteren. Niet alleen omdat het volgens de wet moet, maar ook om te zorgen voor een gestroomlijnd bouwproces.
Voor meer informatie en de laatste updates, bezoek de website van Woningborg Toetsing en Toezicht en IPLO.nl.
